In 1862 werd de achtkante stellingmolen gebouwd. Hij fungeerde als koren- en pelmolen en stond aan de westkant van Vriezenveen, in een nattig veenlandschap. Precies op een kleine zandkop, de enige geschikte plaats voor zo’n zwaar bouwwerk.
In 1862 liet de in Vriezenveen geboren Hendrik Leemans (1821-1906) de Leemansmolen bouwen. Hij was in 1846 van Hellendoorn terugverhuisd naar Vriezenveen en in 1851 met een Hellendoornse molenaarsdochter getrouwd. De bouw werd uitgevoerd door meester-molenmaker Ten Zijthoff te Deventer. De kosten bedroegen destijds 3450,- gulden. De molen is gebouwd als koren- en pelmolen.
Jaren later (rond 1923) werd de pelsteen verkocht om ruimte te maken voor een 'klopbuil'. Dat is een houten, zeskante trommelzeef waarmee uit het gemalen graan verschillende bestanddelen worden gezeefd, zoals bloem, griesmeel en zemelen. Deze klopbuil werd door de draaiende wieken aangedreven